Ga naar inhoud
Oefenexamen 17 ( KVB 2 )
examenprogramma 17 ( KVB 2 )
16 mei 2024
1.
In het voorzorgsgebied op de rede van Vlissingen loopt een denkbeeldige lijn van een punt een halve mijl ten zuiden van het westelijk havenhoofd van de Koopmanshaven naar een punt een halve mijl ten zuiden van het rode licht van de buitenvoorhaven van het Kanaal door Walcheren. Waartoe dient deze lijn?
Om oost- en westgaand verkeer te scheiden
Om het anker gebied door kleine schepen aan te geven
Om te zorgen dat alle scheepvaart ten minste een halve mijl uit de wal blijft
2.
Artikel 18 SRW
Op het zeilschip X, zeilend over bakboord, ziet met aan stuurboordzijde een vissersschip Y (langer dan 50 meter), dat vaart loopt en vissende is. Er is gevaar voor aanvaring. Welke maatregelen moet het jacht X nemen?
Koerst en vaart behouden, X vaart immers over bakboord
X moet uitwijken, Y is immers een vissersschip dat vissende is
Koers en vaart behouden, immers X is een zeilschip en Y, als werktuigelijk en voortbewogen schip, moet wijken
3.
Tegen de betonningsrichting in de varend in het Maritiem Betonningsstelsel Systeem A nadert u een ton die er als volgt uitziet; Stom van vorm, rood-groen-rood horizontaal gestreept met een rode cilinder als topteken. Om het hoofdvaarwater te volgen moet u deze ton?
Aan bakboord houden
Aan stuurboord houden
Onafhankelijk van bovengenoemde vaarrichting aan bakboord houden
4.
Varende op de Waddenzee ziet u een boei met het volgende topteken. Het veilige vaarwater bevindt zich ten?
Noorden van de boei
Zuiden van de boei
Westen van de boei
Oosten van de boei
5.
U vaart de haven van Zierikzee uit. De voorliggende kompaskoers is 200°. Er staat een westelijke stroom. U veronderstelt dat de stroom u 12° naar stuurboord verzet. De variatie is 4° West. De deviatie is +3°. Welke koers moet u in de kaart zetten om uw gegist bestek bij te houden?
201 graden
205 graden
211 graden
6.
U wenst van Lemmer naar Enkhuizen te varen. De grondkoers is 239°. De variatie is 3° W. De deviatie is +3°. Wat is de te sturen kompaskoers?
233 graden
236 graden
239 graden
7.
BWK is 090%, drift 5%, deviatie +7% en variatie 3% west. Er staat geen stroom. De wind is noord. Wat is uw kompaskoers?
099%
086%
081%
8.
In de kaart vindt u de volgende getijgegevens. Hoogten boven reductievlak. gem HW springt 2,1 m, gem HW doodtij 1,6m, gem LW springtij 0,3m, gem LW doodtij 0,7 m. Bij een haven staat dieptecijfer 1,2m. Het is 2 dagen na EK. Uw schip heeft een diepgang van 1,4 meter. Hoeveel DM water zult u bij LW onder de kiel overhouden?
2 DM
8 DM
4 DM
5 DM
9.
Gebruik het kaartfragment van het Markermeer
.
Wat is de variatie van examenkaart 1810?
1 graden W
2 graden W
1,5 graden W
2 graden E
10.
Gebruik het kaartfragment van de Waddenzee
.
U verlaat om 09.00 uur de haven van Den Helder. Bij het passeren van boei MH4/M1 zet u koers naar de Molengatboei MG17/S14. De wind is zuid en u schat uw drift op 4°. Uit de stroomgegevens van de HP33 blijkt dat er een stroom zal staan van 060° 0,6'. De vaart door het water is 2,5 knopen. Hoe laat bent u bij boei MG17/S14?
Vanaf 10:12 tot en met 10:15
Vanaf 10:16 tot en met 10:19
Vanaf 10:20 tot en met 10:23
Vanaf 10:24 tot en met 10:27
11.
In het Maritiem Betonningsstelsel systeem A kan een lichtboei ten oosten van een te markeren gevaar het volgende lichtkarakter hebben?
Iso 6s
Fl(3) 10s
VQ (3) 5s
12.
Twee stellingen over de
Berichten aan Zeevarenden (BAZ).
1. Elke week verschijnen er nieuwe BAZ berichten.
2. Voor de ANWB Waterkaarten moet u werken met BAZ.
Beide stellingen zijn juist
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
Beide stellingen zijn onjuist
13.
U wilt van de monding van de Gouwzee naar de Houtribsluizen bij Lelystad varen. De ware koers is 091º, de variatie 3º west. Wat is de te sturen kompaskoers?
080 graden
070 graden
096 graden
14.
Artikel 9 SRW
Een schip dat de richting van een nauw vaarwater volgt, moet?
De aslijn van het vaarwater volgen
De buitenzijde van het vaarwater aan zijn stuurboordzijde houden, zo dicht als veilig en uitvoerbaar is
Alleen bij verminderd zicht de buitenzijde van het vaarwater aan zijn stuurboordzijde houden, zo dicht als veilig en uitvoerbaar is
15.
In een vaarwater in een Eems-Dollargebied moet met uitzondering van bepaalde watergedeelten, die door de bevoegde autoriteiten zijn vastgesteld zoveel mogelijk aan de rechterzijde worden gevaren. Dit is?
Altijd voor elk schip verplicht
Uitsluitend verplicht tijdens beperkte zicht
Uitsluitend verplicht door schepen korter dan 20 meter
16.
De kleur van een ton die, in de betonningsrichting varend in het Maritiem Betonningsstelsel systeem A, de stuurboordzijde van een betond vaarwater aangeeft, is?
Groen
Blauw
Geel
Rood
17.
Het karakter van een licht wordt als schitterlicht (FI) omschreven als?
Het schijnsel korter is dan de verduistering
De verduistering even lang is als het schijnsel
De verduistering korter is dan het schijnsel
18.
Een frontvlak is de overgangszone tussen?
2 luchtsoorten
2 opeenvolgende depressies
Een trog en een rug van hoge druk
Een hogedruk- en een lagedrukgebied
19.
Wanneer kan men bij getijdenwater de grootste stroomsterkte verwachten?
Bij springtij
Bij doodtij
Bij NW-er storm
20.
Het scheepsvaart weerbericht dat door de kustwacht over een aantal marifonie werkanalen wordt uitgezonden geldt?
De Nederlandse kustwateren en het IJsselmeer
De Nederlandse en Belgische kustwateren
De Nederlandse continentale plat en het IJsselmeer
De Nederlandse kustwateren en het Markermeer, het IJsselmeer en de Waddenzee
21.
Een zeilschip is een schip dat?
Uitgerust en ingericht is om te zeilen en te roeien
Uitgerust en ingericht is met zeilen en een moter
Uitgerust en ingericht is om te zeilen
Uitsluitend door middel van zijn zeilen wordt voortbewogen
22.
Artikel 9 SRE
Hoe zijn in het SRE ankerboeien van drijvende werktuigen overdag aangegeven?
Door gele vlaggen
Door vierkante rode borden
Door gele ruiten
23.
Uit welke deeltjes bestaan cirruswolken?
Ijskristallen
Waterdruppeltjes
Zowel ijskristallen als waterdruppeltjes
24.
De kleuren van de lichtboeien/tonnen die worden gebruikt als markering van afzonderlijke gevaren zijn?
Rood-wit verticaal gestreept
Geel-zwart horizontaal gestreept
Rood-zwart horizontaal gestreept
25.
Stroomkaarten verstrekken informatie over de richting en snelheid van getijstromen voor tijdstippen?
Om de 6 uren
Alleen bij hoogwater en bij laagwater
Van uur tot uur, dat wil zeggen van 6 uur, 5 uur, 4 uur enzovoorts voor hoogwater, op tijdstip van hoogwater en 1 uur, 2 uur, 3 uur enzovoorts na hoogwater
Je naam
Je e-mailadres
Time is Up!
Time's up
Page load link
Ga naar de bovenkant