Ga naar inhoud
Oefenexamen 16 ( KVB 2 )
examenprogramma 16 ( KVB 2 )
16 mei 2024
1.
Dit is een?
Klein zeilschip (bakboord zijaanzicht)
Groot zeilschip (bakboord zijaanzicht)
Klein motorschip (bakboord zijaanzicht)
2.
Op 5 juli is het Volle Maan. Op 13 juli is het Laatste Kwartier. Met springtij is de LW rijzing 0,6 m, met doodtij is de LW rijzing 0,9 m. Met welke formule rekent u uit wat de rijzing van LW op 11 juli is?
0,6 + (4/7 * (0,9 - 0,6))
0,6 + (6/7 * (0,9 - 0,6))
0,6 + (4/8 * (0,9 - 0,6))
0,6 + (6/8 * (0,9 - 0,6))
3.
Bij een warmtefront?
Glijdt de warme lucht op langs het frontvlak
Vermengt de warme lucht zich met de koude lucht
Wordt de warme lucht opgetild door de koude lucht
4.
Wat betekenen deze lichten?
Een zeilschip
Gemeerd schip
Gekoppelde motorschepen
Een groot schip dat voor anker ligt
5.
2 stellingen over de berichten aan Zeevarenden (BAZ).
Welke beweringen zijn juist?
1. Elke week verschijnt er een nieuwe BAZ.
2. De ANWB waterkaarten moet u bijwerken met de BAZ.
Beide stellingen zijn juist
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
Beide stellingen zijn onjuist
6.
Je ziet deze lichten. Dit is een?
Van je weg varend groot motorschip
Naar je toe varend groot motorschip
Naar bakboord voorlangs varend groot motorschip
Naar stuurboord voorlangs varend groot motorschip
7.
Op het IJsselmeer wordt gebruik gemaakt van?
Het SIGNI
Het IALA-A betonningssysteem
Het IALA-B betonningssysteem
Een aangepast IALA-A betonningssysteem
8.
Wat wordt bedoeld met de uitdrukking kop voor nemen?
Na anker opgaan de koers veranderen in de richting van de vaargeul
De vaarrichting van een schip veranderen van tegenstroom naar voor stroom
De vaarrichting van een schip veranderen van voor stroom naar tegenstroom
Bij het uitvaren van een haven de koers veranderen in de richting van de vaargeul
9.
Wat betekent dit witte licht?
Klein zeilschip of roeiboot
Voor anker liggend groot schip
Klein motorschip van opzij gezien
Klein motorschip van voren gezien
10.
Bij een elektronisch kompas is de?
Deviatie te verwaarlozen
Miswijzing te verwaarlozen
Variatie te verwaarlozen
11.
U vaart in dichte mist en hoort op enige afstand en geluidssein bestaande uit 1 lange stoot, gevolgd door 3 korte stoten. Dit sein wordt elke twee minuten herhaald, uw conclusie is?
Dit is het laatste schip van een sleep
Dit is een beperkte manoeuvreerbaar schip
Dit is een werktuiglijk voortbewogen schip dat geen vaart door het water loopt
12.
Op 15 Mei is het eerste kwartier. Op 22 Mei is het volle maan. Met springtij is de HW rijzing 2,5 m. Met doodtij is de HW rijzing 2,1. Met welke formule rekent u uit wat de rijzing van de HW is op 20 Mei?
2,5 - ( 6/7 * ( 2,5 - 2,1 ))
2,1 + ( 6/7 * ( 2,5 - 2,1 ))
2,5 - ( 4/7 * ( 2,5 - 2,1 ))
2,1 + ( 4/7 * ( 2,5 - 2,1 ))
13.
In de berichten aan zeevarenden staat dat de peilingen rechtwijzend zijn. Wat betekent dat?
De peilingen zijn ware peilingen
De peilingen zijn kompaspeilingen
Van alle peilingen moet nog 180% afgetrokken worden om de juiste peiling te krijgen
14.
Op 1 van de onderstaande binnenwateren is het IALA-A-betonningssyteem van kracht. Welke binnenwater is dat?
De Westerschelde
De Oosterschelde
De nieuwe Waterweg
15.
Een warmtefront wordt op de weerkaart afgebeeld als een front voorzien van?
Slechts zwarte driehoekjes aan een kant van het front
Slechts zwarte halve cirkeltjes aan een kant van het front
Zwarte driehoekjes aan een kant van het front en zwarte halve cirkeltjes aan de andere kant
16.
Een dalende barometerstand geeft de nadering van een aangekondigd lagedrukgebied weer. Plotseling stopt de barometer met dalen. Dit duidt op?
De passage van het warmtefront van de depressie
De passage van de warme sector van depressie
De passage van het koufront van de depressie
17.
In de Nederlandse hydrografische kaarten gebruikt men als reductievlak van de kaart de LAT. Hoe komt dit tot stand?
Door alle LW-standen van de laatste 5 jaar te middelen
Door alle LW standen bij springtij te middelen
Door alle maandelijkse laagste LW-standen van de laatste 5 jaar te middelen
Door berekening van de laagst mogelijke waterstand op basis van de standen van de zon en maan
18.
Je ziet in de nacht een groot motorschip met drie toplichten boven elkaar, het is een?
Een sleepboot voor de sleep
Een groot motorschip langer dan 110 m
Een groot motorschip dat slecht manoeuvreerbaar is
Een sleepboot die samen met een andere sleper niet in kiellinie sleept
19.
De horizontale beweging van het water noemt men?
Naar de richting waar de stroom naar toe loopt
Naar de richting waar de stroom vandaan komt
Naar de richting waarin het schip opzij gezet wordt
20.
De drift wordt veroorzaakt door?
De stroom
De wind
Slecht sturen
Uw schip
21.
Als een markering voorzien is van een nummering, dan loopt deze nummering als volgt op?
Van zuid naar noord
Van zee richting land
Van land naar zee
22.
U ziet de afgebeelde lichten. Dit is een?
Schip met gevaarlijke lading (stuurboord-zijaanzicht)
Schip met een gevaarlijke lading (bakboord-zijaanzicht)
Motorschip belast met toezicht of opsporing (stuurboord-zijaanzicht)
23.
Een zuidelijke stroom heeft een richting van?
000 of 360 graden
090 graden
180 graden
270 graden
24.
Naast de windkracht geeft het weerbericht melding van zeer zware windstoten. Dit betekent?
De windstoot meer dan 10 meter per seconde bedraagt
De windstoot meer dan 14 meter per seconde bedraagt
De windstoot meer dan 28 meter per seconde bedraagt
De windstoot meer dan 20 meter per seconde bedraagt
25.
Het scheepsvaarts weerbericht dat door de kustwacht over een aantal marifonie weerkanalen wordt uitgezonden geldt?
De Nederlandse en Belgische kustwateren
De Nederlandse kustwateren en het IJsselmeer
De Nederlandse continentale plat en het IJsselmeer
De Nederladse kustwateren en het Markermeer, het IJsselmeer en de Waddenzee
Je naam
Je e-mailadres
Time is Up!
Time's up
Page load link
Ga naar de bovenkant