Ga naar inhoud
Oefenexamen 14 ( KVB 2 )
examenprogramma 14 ( KVB 2 )
16 mei 2024
1.
Het vaarwater is smal. Aan welke kant haalt Y X in?
Y mag niet inhalen
Aan stuurboordzijde van X
Aan bakboordzijde van X
Mag aan beide kanten van X
2.
In de Hydrografische kaart staat de hoogte van gemiddeld HW boven reductievlak springtij 2,40 m en doodtij 2,10 m. U wenst een ondiepte te passeren, dieptecijfer 01 (= 10 cm). 15 maart maanstand EK. De diepgang van uw schip bedraagt 1,40 m en u wilt op 17 maart bij hoogwater de ondiepte passeren, dan vindt u door berekening dat bij passage van de ondiepte?
Er ongeveer 60 cm water onder de kiel zal staan
Er ongeveer 70 cm water onder de kiel zal staan
Er ongeveer 80 cm water onder de kiel zal staan
Er ongeveer 90 cm water onder de kiel zal staan
3.
De getijtafel vermeldt LAT = NAP - 190 cm. Op die plaats is HW = NAP + 160 cm en LW = NAP - 170 cm. De duur van de daling is 6 uur. Drie uur na HW zal dan nog?
105 cm meer water staan dan de diepte op kaart op deze plaats
110 cm meer water staan dan de diepte op kaart op deze plaats
185 cm meer water staan dan de diepte op kaart op deze plaats
175 cm meer water staan dan de diepte op kaart op deze plaats
4.
De diepte in Delfzijl is 1,5 m. Op 1 november is het eerste HW om 06.30 uur. De rijzing is dan 144 cm + NAP. Het LAT ligt op 207 cm - NAP. Wat is de waterhoogte te Delfzijl op vrijdag 1 november bij het eerste hoogwater?
5,01 m
5,06 m
5,07 m
5,14 m
5.
U wilt met een zeiljacht van Stavoren naar de sluizen bij Kornwerderzand varen. De BWK is 357°. De wind is Westnoordwest. U schat de drift op 15°. De variatie bedraagt 3° West. De deviatie is 0°. Wat is de te sturen kompaskoers?
345 graden
349 graden
356 graden
6.
Wat is het verval bij Kornwerderzand op een dag halverwege springtij en doodtij?
Bron tabel
: Tabel waterhoogten op de waterkaart Waddenzee 1811-3 van de Hydrografische Dienst.
1,8 m
2,2 m
2,4 m
7.
Gegeven: kompaskoers (KK) 265°, deviatie 4°E, variatie 3°W, drift over bakboord 7°. De behouden ware koers (BWK) met deze gegevens is?
247 graden
249 graden
259 graden
270 graden
8.
Wat is de hoogwaterstand bij Den Oever op een dag twee dagen na doodtij?
Bron tabel
: Tabel waterhoogten op de waterkaart Waddenzee 1811-3 van de Hydrografische Dienst.
18,7 dm
17,6 dm
18.4 dm
9.
Als een GPS-apparaat posities levert in honderdsten van minuten, wat is de orde van grootte van de nauwkeurigheid van zo'n positie?
1 zeemijl
100 meter
18 meter
1,8 meter
10.
Wie moet in de hier getekende situatie voorrang verlenen?
Schip Y, omdat het loefwaarts vaart van schip X
Schip X, omdat schip Y van stuurboord inkomt
Schip X, omdat schip Y stuurboordszijde houdt
11.
Boven Schotland is een kern van een hogedrukgebied in ontwikkeling. Wat voor wind kunt op de Noordzee (ter hoogte van de Nederlandse kust) verwachten?
Een oostelijke wind
Een zuidelijke wind
Een noordelijke wind
12.
Wie moet in de hier getekende situatie voorrang verlenen?
Schip Y, omdat schip X van stuurboord inkomt
Schip Y omdat het aan loef van schip X vaart
Schip X omdat schip Y de stuurboordzijde van het betonde vaarwater houdt
13.
U vaart op een prachtige zomerdag in de middag dicht langs de Nederlandse kust tussen IJmuiden en Den Helder. Volgens het weerbericht is de wind oost, matig tot zwak. U zeilt echter met een zwakke westenwind. Dit komt doordat?
Het weerbericht geen juiste voorspelling heeft gedaan
Zich een thermisch laag boven het strand heeft ontwikkeld
Zich een thermisch hoog boven het strand heeft ontwikkeld
14.
In de hier getekende situatie bestaat gevaar voor aanvaring. Wie moet voorrang verlenen?
Schip Y omdat schip X over stuurboord inkomt
Schip X omdat schip Y het zeil over bakboord heeft staan
Schip Y, omdat schip X de stuurboordzijde van het vaarwater houdt
15.
Een DGPS-ontvanger is nauwkeuriger dan een gewone GPS omdat?
Er meer satellieten worden gebruikt
Er altijd gebruik wordt gemaakt van dezelfde satellietconfiguratie
Een walstation dienst doet als satelliet met een bekende positie
Een walstation de pseudo-afstanden van de satellieten controleert en corrigeert
16.
De snelheid van een schip is 6 zeemijl per uur. Het schip vaart recht tegen de stroom in; de stroomsnelheid is 2 zeemijl per uur. Wat is de afgelegde weg over de grond na 1 uur varen?
4 mijl
6 mijl
8 mijl
17.
Afstanden past u af langs de staande rand van de kaart. Hoeveel zeemijl(en) worden hier aangegeven?
0,5 zeemijl
1 zeemijl
2 zeemijlen
5 zeemijlen
18.
Wat is de lengte in meters van 1 nautische mijl (zeemijl)?
2.000 meter
1852 meter
926 meter
19.
Bij een frontpassage draait de wind van zuidwest, via west naar noordwest. Dit heet?
Een ruimende wind
Een opschietende wind
Een krimpende wind
20.
Varende in een gebied met stilstaand water wijst de sleeplog na 1 uur varen een afgelegde weg aan van 6 zeemijl. Varende in een gebied waar 3 zeemijl stroom mee wordt ondervonden wijst dezelfde log na 1 uur varen met dezelfde snelheid een afgelegde weg aan?
3 zeemijl
6 zeemijl
9 zeemijl
21.
Hoeveel minuten worden hier aangegeven?
0,1 minuut
0,2 minuut
1 minuut
2 minuten
22.
Om 08.00 leest u de logstand 8,2 af. Stroomsnelheid 1,0 knopen. De vaart is 5,0 knopen. De snelheid over de grond is 6,4 knopen. Wat is de logstand om 09.00 uur?
13,2 zeemijl
14,2 zeemijl
14,6 zeemijl
15,2 zeemijl
23.
Hoe lang doet een GPS satelliet er over om een cirkel om de aarde heen te maken?
12 uur
24 uur
48 uur
24.
Gebruik het kaartfragment van de Waddenzee (Rede van Texel).
Wat is het lichtkarakter van de vuurtoren Kijkduin?
Fl(4)
Fl(4)20s
Fl(2)10s
Fl(2)20s
25.
IJsselmeerzomerpeil komt overeen met?
NAP - 2 dm
NAP - 4 dm
NAP + 2 dm
NAP + 4 dm
Je naam
Je e-mailadres
Time is Up!
Time's up
Page load link
Ga naar de bovenkant